Mest

Opruimen
Op een kleinere oppervlakte of op plekken waar veel heen en weer gelopen wordt, is het handig om de mest op te ruimen. Zo houd je de wormbesmetting klein.
Bij diverse instanties kun je zelf leren hoe je mestonderzoek kunt doen. Dat is het tellen van de wormeitjes in de mest met behulp van een microscoop.
Je kunt dit ook laten doen door een bedrijf of dierenarts. Daarna kun je gericht en zoveel als nodig is (en niet meer) ontwormen. Dit zorgt ervoor dat we met z’n allen de wormen niet resistent maken. De mest die je opruimt kun je na een tijdje verspreiden over je land of op laten halen.

Artikel: Uitmesten en de mesthoop

Op laten halen
Mest.. wat doe je er dan vervolgens mee? Je kunt het op laten halen door een bedrijf dat het verwerkt of met een boer in de buurt een regeling treffen. Als je genoeg grond hebt kun je het over je land uitspreiden. Je kunt de mest dan verspreiden (slepen) als de paarden naar een nieuw stuk weiland gaan. Geef het stuk land dan een paar weken rust in verband met de wormverspreiding. Na enige tijd is de mest opgenomen in de grond en je weiland bemest.

Composteren
Een andere duurzame optie is om je mest om te zetten in compost. Dat duurt gemiddeld een jaar op een gewone composthoop. Echter kun je ook binnen een week of 3 de mest omzetten in compost. Hoe je dat doet?

1. Neem 1 deel mest, 1 deel groen materiaal (gras, onkruid, etc.) en 1 deel bruin materiaal (gehakselde takken, etc.). Maak een berg van 1 m2 of meer.
2. Meng dit door elkaar en voeg wat water toe.
3. Dek het af met een zeil, zodat het kan opwarmen. Of in de mestbak die ook flink opwarmt in de zon.
4. Na 4 dagen begin je met om de dag de mest om te scheppen, zodat er zuurstof bij kan komen.
5. Na een week of 3 is de compost klaar en kun je het over je land uitstrooien.

Paarden die ook op zandgrond wonen krijgen zand binnen. Dat wordt door ruwvoer afgevoerd in de mest. Soms krijgen ze teveel binnen of werken de darmen het er niet goed uit. Dan kun je psylliumzaadjes geven. Dat wordt in de darmen door het vocht een slijmerige massa die het zand eruit werkt. Dit geef je het best door een paar flinke handen geweekt (!) bietenpulp of ander redelijk gezonde slobber. Een kleine hoeveelheid water zorgt dat het niet wegwaait als ze ademen. Niet teveel, want dan wordt het zo’n plakkerige bal dat ze het niet meer eten.