Hieronder zie je een foto van de vacht van mijn Haflinger in de regen.
Een paard is waterdicht.
Dat komt door de werking van de vacht. Ten eerst zie je de haren duidelijk in een soort bosjes dakpansgewijs liggen. Dit zorgt dat druppels water direct worden afgevoerd naar beneden.
Ten tweede is er de zogenaamde capillaire werking. Dit houdt in dat eventuele druppeltjes direct omhoog worden getransporteerd naar de punten van de haren. Dit principe wordt ook gebruikt bij handdoeken: die bestaan uit ontelbaar veel kleine lusjes draad. Die zorgen door hun vorm dat de nattigheid naar buiten wordt gebracht. Het is het opstijgen van water tegen de zwaartekracht in, door de fijne, buisvormige ruimte waar het in zit.
Kou
Als je paard in de sneeuw staat zie je nog een prachtige uitvinding van de vacht; de sneeuw blijft liggen op je paard!
Hoe komt dat? Nou, je paard heeft dus die dikke vacht met ruimte ertussen. Die ruimte zorgt voor een isolatielaagje. De warmte die een paard produceert blijft zo in het paard en verliest het niet aan de omgeving. Kortom; de sneeuw smelt niet.
Voorwaarde om het in de kou warm te blijven hebben is niet een dichte box, maar veel ruwvoer. Het paard heeft een prachtige kachel die moet blijven branden. Dus veel, heel veel hooi voeren in een koude winter of tijdens een natte herfst.
Bij langdurige regen is het fijn als het paard af en toe uit de regen kan rusten. In een inloopstal of onder of achter dichte bebossing.
Paarden die zo oud of minder gezond zijn kun je soms beter wel van een deken voorzien; zij kunnen zichzelf niet altijd meer goed warm houden. De werking van hun kachel of vacht is verstoord en dan is het fijn als de mens een handje helpt.
Probeer het altijd wel eerst in de kudde op te lossen. Het paard ’s nachts op stal zetten is geen paardwaardige oplossing in mijn ogen.
Warmte
Paarden kunnen koude beter handelen dan warmte. Hun kachel is zo goed, dat bij het verwerken van het ruwvoer warmte blijft vrijkomen. En die moeten ze wel kwijt kunnen.
Ze gaan in de schaduw staan of pootje baden in het water. Als wij ze opsluiten op een relatief kleine oppervlakte, dan moeten wij dus zorgen dat die voorzieningen er zijn.
Ik heb voorbeelden gezien op plekken waar het erg warm werd; daar hadden ze in de inloopstal grote ventilatoren hangen voor de paarden.
Een ander idee is een grote poel waar ze verkoeling kunnen zoeken.
Of gewoon schaduw. En veel schoon drinkwater waar ze altijd bij kunnen.
Paarden worden vanzelf rustig bij erg warm weer. Dat geeft wel aan dat het niet verstandig is om ze dan intensief beweging te gaan geven.
Schuilen
Bij het bouwen van een schuilstal is als eerste de ligging belangrijk. Daarnaast is de constructie dat ook. Deze moet dermate stevig zijn dat een paard het niet om kan duwen of schuren en het niet binnen een jaar wegrot. Het is daarom raadzaam om de houten muren te behandelen.
De stal zal op de een of andere manier een fundering moeten hebben. Dat kan door middel van heipalen (waarschijnlijk zijn korte genoeg en hoef je niet te denken aan heipalen zoals onder een huis). Of je graaft gaten op de hoeken en eventueel in het midden, stort er cement in en plaatst dan de dikke en stevige hoekpalen erin. Op deze manier zullen hoekpalen stevig staan en wel een tijdje blijven staan.
Wanden
De wand van de stal moet tochtvrij zijn aan de kant waar de wind erop staat. Dat kun je met stenen wanden het makkelijkst bereiken. Ze zijn ook duurzamer dan hout, maar wel kostbaarder. Ga je voor hout, dan kun je de wanden bijvoorbeeld dakpansgewijs maken, waardoor de afwatering goed geregeld is. Ook maak je zo eventuele kieren dicht.
Daken
Bij daken denk ik aan dakpannen met daaronder een spouw (houten balken met ruimte: de pannen liggen op de verticale balken/planken) van 10 centimeter. Die balken liggen op een plaat van bijvoorbeeld houtvezel.
Een andere optie zijn speciale dakplaten die vaak op tuinhuisjes worden gelegd (dakpanprofielplaat of dakpanplaat).
Maak de stal zeker 3,50 meter hoog aan de voorkant en zo’n 2.75 meter aan de achterkant.
Op die manier is het hoog genoeg voor een paard en kan regenwater aan de achterkant makkelijk weglopen in de goot of de kiezels die je maakt aan de achterkant van de stal.
Vloeren
De vloer kan met klinkers worden bestraat. Beton of cement kan glad worden. Klinkers worden vaak gratis aangeboden op de diverse verkoopsites.
Deuren
De schuilstal is aan de voorkant open, dus eigenlijk hoeven er geen deuren in. Mocht er wel een deur in moeten, maak deze dan zo breed mogelijk. De standaard maat van een boxdeur was 1 m tot 1,20 m breed en 2 m hoog. Dat is krap als er meerdere paarden tegelijk gebruik maken van de stal of als de één de ander eruit jaagt.
Ligging van de stal
Richt de ingang of de deur op het oosten, zodat de vele regenbuien en stormen weinig last geven. Of iets op het zuidwesten om de oostelijke, snijdende winterkou uit de stal te houden. Voor allebei is iets te zeggen. Onze stal ligt op het oosten. Voor het plaatsje ervoor ligt een takkenwal tegen de wind. verder zijn we daarachter enkele bomen/struiken aan het opkweken. Zo kunnen ze ook in de winter uit de koude wind staan.
Kijk altijd welke plek makkelijk te bereiken is voor uzelf en voor de paarden. Ook de vluchtmogelijkheden voor de paarden moeten ruim genoeg zijn.
Plaats de stal liefst hoger dan de omgeving, zodat er geen regen- of grondwater binnen komt. Fijn is het als er drainage geplaatst kan worden onder de stal als dat nodig is.
Maak van de stal naar de mesthoop zeker een verharding of een pad. Echt, daar ben je als het moddertijd is enorm blij mee! Denk ook een brandblusapparaat in de buurt.